Minister Johan Van Overtveldt is een man van cijfertjes. Dat moet ook wel, de man is minister van Financiën. Alleen willen wij niet leven in een wereld waarin alles economie is. Wie alles in cijfers en bedragen wil kunnen uitdrukken, wordt beter geen politicus. En al zeker geen minister. Minister betekent dienaar, en wij zijn niet gediend van een staatsman (of is het vlaamsman?) die de waarde van een mens uitdrukt in centen.
Meten is weten. Er is iets van aan. Maar voor Minister van Financiën Johan Van Overtveldt en Staatssecretaris voor Asiel en Migratie lijkt het evangelie te zijn. Zij bestelden bij de Nationale Bank een studie naar de kostprijs van migratie. Meer bepaald willen zij een beeld krijgen van de impact die migratie heeft op de sociale zekerheid, de arbeidsmarkt en de productiviteit. Er zal vooral gekeken worden naar migranten van buiten de Europese Unie.
Eerder al vroeg Francken zich af wat de meerwaarde zou kunnen zijn van Marokkaanse, Congolese en Algerijnse migranten. Of wou hij ze opkuisen. En een paar weken geleden pas stelde zijn partij voor om van ouders wiens kinderen niet of te weinig naar de kleuterschool gaan, een stukje leefloon in te houden.
70-puntenplan
Met zo’n vrienden heeft Filip Dewinter geen vijanden nodig. Beetje bij beetje wordt zijn 70-puntenplan uitgevoerd, en hij hoeft er geeneens zijn bed voor uit te komen.
En als we dan toch aan het rekenen slaan, stellen wij een aantal studies voor. De kostprijs van een gehandicapte? Van een kankerpatiënt die te veel gerookt heeft? Van een student die een keer te veel biste?
Of wat dacht u van de kostprijs van een etentje in ’t Fornuis? Of van de massale belastingvoordelen voor multinationals? Iemand? Of van de notionele-intrestaftrek?
Hallo, Minister Van Overtveldt?